analyse

Duel: argenx versus UCB

2024 was een uitzonderlijk jaar voor UCB en argenx. Een herhaling dit jaar wordt moeilijk. Zeker in de eerste jaarhelft is er minder nieuwsflow rond de productpijplijn te verwachten.

Advertentie

UCB en argenx waren de twee uitblinkers van 2024 en ook qua beurswaarde liggen ze niet ver uit elkaar. Maar is die stijging gerechtvaardigd? Hebben ze met andere woorden nog potentieel en zo ja, welke van de twee aandelen geniet dan de voorkeur? Eerst enkele korte punten. Daarna gaan we dieper in op elk bedrijf. Een boeiend duel.

In het kort

  • UCB en argenx zijn beiden Belgische bio(farma)bedrijven die onderzoek voeren naar innovatieve biologische geneesmiddelen, waarbij argenx focust op auto-immuunziekten, UCB ook op neurologische aandoeningen.
  • Beide bedrijven zullen al zeker tot 2030 naar verwachting sterk groeien en dit vooral dankzij één product. Bij UCB gaat het om Bimzelx, dat nog maar eind 2023 de goedkeuring kreeg van de FDA (Food & Drug Administration), eerst voor psoriasis. Intussen is Bimzelx al voor vijf indicaties goedgekeurd. Bij argenx gaat het om Vyvgart, dat eind 2021 door de FDA is goedgekeurd voor de spierziekte MG. Sindsdien is Vyvgart al voor een tweede indicatie goedgekeurd in de VS.
  • Zowel de verkopen van Bimzelx als Vyvgart evolueren beter dan verwacht.
  • UCB heeft meer dan tien producten op de markt, argenx nog maar één.
  • UCB is een matuur biofarmabedrijf, argenx is nog maar net winstgevend.

argenx: focus op 2026

Argenx noteert nog maar een goede tien jaar op de beurs, maar heeft sindsdien een geweldig parcours afgelegd. In 2014 naar de beurs gebracht à 8,5 EUR, intussen is de koers x75 (!) gegaan. Het zorgt bij sommigen voor hoogtevrees. Terecht? Vooreerst, toen de koers de grens van 200 EUR, en vervolgens 300, 400, 500 en 600 EUR overschreed, werd die vraag ook al meermaals gesteld. Dat argenx al een gelijkwaardige waardering krijgt als UCB, terwijl het dit jaar nog maar pas winst maakt fronst menige wenkbrauw. Dit heeft alles te maken met verwachtingswaarde. Eerst de feiten.

De omzet van argenx zal de komende jaren sterker groeien dan die van UCB en wellicht rond 2030 de omzet van UCB benaderen. Ook de winst zal sneller groeien. Het feit dat argenx de verwachtingen met Vyvgart steeds overtreft, zorgt uiteraard voor vertrouwen. Al schuilt het gevaar uiteraard dat men de verwachtingen hierdoor steeds hoger gaat leggen.
Vyvgart is al goedgekeurd in de VS voor twee indicaties: spierziekte myastenis gravis (2021) en zenuwaandoening CIDP (2024). Met de goedkeuring van CIDP toonde argenx aan dat het met Vyvgart over een soort Zwitsers zakmes beschikt, dat voor meerdere aandoeningen kan worden ingezet. Momenteel lopen er nog fase 3-studies voor liefst 8 andere indicaties. In Japan is er ook de goedkeuring voor de bloedziekte ITP.
Intussen werkt het bedrijf ook aan manieren om het makkelijker te maken voor de patiënt om Vyvgart zelf toe te dienen. Op 10 april buigt de FDA zich over een voorgevulde spuit van Vyvgart.
Naast Vyvgart heeft argenx met empasiprubart een mogelijk tweede Zwitsers zakmes. Momenteel wordt dit middel al voor 4 indicaties onderzocht, waarvan 2 in fase 3.
Daarnaast heeft argenx nog diverse andere onderzoeksprogramma’s, maar die bevinden zich nog in een vroege fase (1 en 2a).

Focus op tweede jaarhelft 2026
Bij argenx is naast de verkoopcijfers ook de nieuwsstroom van belang. Die concentreert zich vooral in de tweede jaarhelft van 2026 met fase 3 resultaten voor maar liefst 3 nieuwe indicaties (oogziekte TED, spierontsteking myositis, bloedziekte ITP) van Vyvgart en eerste fase 3 resultaten voor empasiprubart voor spierziekte MMN.
Hoewel het gros van de studieresultaten dus voor de tweede jaarhelft van 2026 is, is er toch nog nieuwsflow. Voor empasiprubart staan er fase 2-resultaten op het programma voor nieraandoening DGF. Daarnaast wil argenx het leiderschap in spierziekte MG versterken. Zo loopt er een studie naar de werkzaamheid van Vyvgart bij seronegatieve MG-patiënten (fase 3-data in tweede jaarhelft) en bij MG patiënten waarbij enkel de oogspieren (data in eerste jaarhelft 2026) zijn aangetast. Deze laatste toepassing is momenteel de enige lopende studie, maar het gaat wel om een aanzienlijk onvervulde behoefte.

Patentbescherming

De patentbescherming van een product is belangrijk. Tot zolang mag er geen generisch middel (kopie) op de markt gebracht worden. Na patentverval zakt de omzet meestal snel, tenzij het om een moeilijk na te maken geneesmiddel gaat. Zo is er nog altijd geen biosimilar voor reumamiddel Cimzia van UCB, waardoor de omzet maar geleidelijk zakt.
Bij UCB is er patentbescherming voor Bimzelx tot 2032. Deze patentbescherming kan mogelijk nog met max. vijf jaar verlengd worden, tot 2037, om compensatie te bieden voor de tijd die verloren is gegaan tijdens de beoordelingsprocedure. Voor Rystiggo en Zilbrysq (spierziekte MG) loopt het patent tot 2035.
Bij argenx zal de patentbescherming voor Vyvgart pas verlopen tussen 2036 en 2045.

UCB hoopt op opvolger bimzlex

Dankzij een uitstekend 2024 is de koers de voorbije tien jaar bijna verdrievoudigd. UCB, of Union Chimique Belge, is nog maar sinds 2005 een zuivere farmaspeler na de verkoop van de chemie- en filmactiviteiten. In 2015 ging dan Kremers Urban (generische geneesmiddelen) de deur uit, waardoor het bedrijf zich volledig toespitste op de zoektocht naar innovatieve geneesmiddelen. En met succes. Maakten epilepsiemiddelen (o.a. Keppra, Vimpat) in het verleden een groot stuk van de omzet uit, is dat niet langer het geval. Het blijft een van de leidende spelers op de markt, maar het belang is afgenomen.

Verwacht wordt dat psoriasismiddel Bimzelx in 2029 circa 45% van de omzet zal uitmaken. De superioriteit van het product maakt dat het product mogelijk kan uitgroeien tot meer dan 5 mld. EUR omzet (UCB houdt het voorlopig bij meer dan 4 mld. EUR). Evenity, een osteoporosemiddel, dat samen met Amgen en Astellas werd ontwikkeld, draagt niet veel tot de omzet bij, maar door de 50/50%-verdeling van de winst in de VS draagt het product mooi bij tot de EBITDA. De omzet- en winstontwikking wordt de komende jaren wel afgeremd door patentverval van Cimzia (sinds begin 2024) en Briviact (2026). Toch lijkt de groei van UCB verzekerd tot 2030. Daarna zal veel afhangen van de verdere evolutie van de productpijplijn. Zeker in het oog te houden is dapirolizumab, dat samen met Biogen wordt ontwikkeld tegen de chronische ontstekingsziekte systemische lupus. Vorig jaar werden bemoedigende fase 3 resultaten bekendgemaakt. Er loopt nu een tweede fase 3-studie waarvan de resultaten in de tweede jaarhelft van 2027 of de eerste jaarhelft van 2028 worden verwacht. Het is nog maar het derde geneesmiddel dat voor deze aandoening positieve fase 3-data kan afleveren en is een potentiële megablockbuster. De opbrengsten zullen wel gedeeld moeten worden met Biogen, maar dus ook de kosten. Voor bepranemab (Alzheimer) gaf Roche de rechten terug, wat meestal niet zo’n goed nieuws is.
Bij de jaarresultaten (27/02) weten we ook of twee potentiële behandelingen tegen atopische dermatitis (fase 2a-data) potentieel hebben.

Zijn argenx en UCB te duur?

Nu ook argenx dit jaar winstgevend wordt, kunnen we de waarderingsratio’s erbij halen. Als we kijken naar de verwachtingen voor dit jaar noteert UCB aan 27 keer de EV/EBITDA, voor argenx is dat ca. 50. Verre van goedkoop dus. Bij argenx zakt deze ratio voor 2026 wel al naar 25. Als we kijken naar 2030, dan valt deze ratio terug naar resp. 7,9 en 7,2. Doen we dezelfde oefening voor 2030 bij Amgen en Merck, dan komen we op gelijkaardige waarderingsratio’s uit (ca. 8). Als argenx en UCB de sterke groei kunnen waarmaken, is de huidige waardering dus te verantwoorden. Om verder te kunnen stijgen moeten beiden bedrijven de komende jaren wel aantonen dat de groei zich ook een stuk na 2030 kan doorzetten. Argenx lijkt hier de beste papieren te hebben door de zeer uitgebreide productpijplijn. De komende 24 maanden komen er studieresultaten van 10 fase 3- en 10 fase 2-onderzoeksprogramma’s.

argenx is ook een overnamekandidaat omdat een referentie-aandeelhouder, zoals wel bij UCB (familie Janssen via Tubize), ontbreekt. En de royale kaspositie zal de komende jaren nog verder aandikken. Weet wel dat er ook teleurstellingen zullen volgen (falende onderzoeksdata), zodat met tussentijdse correcties rekening gehouden moet worden. Wie op de lange termijn denkt, raden we aan argenx zeker bij te houden. Kopen zouden we pas doen bij correcties van meer dan 10%. UCB zouden we eerder wisselen voor Tubize, dat aan een décote van bijna 50% noteert. Is het gewicht van UCB te hoog, dan mag ook deels winst genomen worden.

Advertentie